Waarom aandacht voor de veldtocht in 1812 door Napoleon naar Rusland? Wilhelmus van Groenewoud (1803 – 1842) vervaardigde de litho ‘Napoleon steekt in 1812 de Berezina over’ met hierop afgebeeld de chaotische terugtocht door het Franse leger over de rivier Berezina. Deze rivier ligt tegenwoordig in Wit-Rusland.
Aanval door Napoleon op Rusland
Met het grootste leger uit de Europese geschiedenis tot dan trok Napoleon met ongeveer 500.000 man op 23 juni 1812 Russisch Polen in. Er zijn ook schattingen dat het leger uit wel 650.000 man bestaat. Kort tevoren had Napoleon een bod voor vrede gestuurd naar Sint-Petersburg, maar hierop kreeg hij geen antwoord. Er zat toen niets anders voor hem op om ten strijde te trekken. De omvang van het leger maakte het voor de Russen lastig om de strijd aan te gaan. Zij trokken zich terug, een strategie die later bekend werd onder de tactiek van de verschroeide aarde. De Russen zorgden er namelijk voor dat niets bruikbaars in handen kwam van de Fransen. Waterputten werden vergiftigd, alle voorraden aan voedsel werden vernietigd.
Moskou als keerpunt
Toen de Fransen in september 1812 Moskou innamen, was de stad verlaten en stond deze in brand. Intussen was het Russische leger aanzienlijk gegroeid en vormde een bedreiging voor Napoleon. Door gebrek aan voedsel waren de Fransen gedwongen zich terug te trekken. De Franse troepen werden in de rug en de flanken aangevallen door de Russische soldaten. Intussen werd het ook steeds kouder en hierop waren de Fransen slecht toegerust.
De Berezina als hindernis tijdens de terugtocht
Op 23 november 1812 kwam Napoleon met een ernstig verzwakt leger aan de noordoever van de rivier de Berezina. Zij wilden de brug oversteken bij het plaatsje Borisov, maar de Russen waren er eerder en verwoestten de brug. Weliswaar trokken de Russen zich na strijd terug, maar de Fransen zaten intussen van alle kanten ingesloten. Napoleon gaf opdracht om bij Stoedzjonka twee bruggen te bouwen, een voor de infanterie en een voor de cavalerie, althans voor wat daar nog van over was. Opmerkelijk is dat het voornamelijk Nederlandse bruggenbouwers waren die deze twee bruggen onder barre omstandigheden wisten te bouwen.
De terugtocht over de Berezina
Ondanks de extreme kou en de moeilijke omstandigheden waren de bruggen vrij snel klaar. Al op 26 november 1812 konden de eerste troepen als de bruggen over. Intussen moest strijd geleverd worden met de Russen. Op 27 en 28 november 1812 trokken overdag troepen van Napoleon over de beide bruggen. Op 28 november vielen de Russen de Fransen op beide oevers aan. Een van de bruggen bezweek onder de last van de overtrekkende soldaten met materieel. Tegen de avond van die 28e november 1812 liet de Franse generaal Eblé de laatste nog weerbare troepen de brug oversteken. Vlak voordat de Russische manschappen de brug zouden bereiken, gaf hij opdracht de brug in brand te steken. Een (groot) deel van de troepen bleef dus achter en viel in handen van de Russen.
Aanzienlijke verliezen
De verliezen aan beide kanten waren bijzonder hoog. Naar schatting verloor het legever van Napoleon bij de Berezina wel 25.000 man, de Russen vermoedelijk 15.000 man. In het Frans is de rivier de Berezina nog steeds een begrip in het spreekwoord: ‘C’est la Berezina ‘, wat zoveel betekent als een kritieke, ongewenste situatie.
Litho van Wilhelmus van Groenewoud
De originele litho is opgenomen in de collectie van de Atlas van Stolk in Rotterdam, inventarisnummer 12189, Van Stolknummer 6151 (1). Hieronder is de toelichtende tekst opgenomen:
Een afbeelding is oorspronkelijk opgenomen in een gedenkschrift ‘De Veldtogt in Rusland’, door majoor W.P. d’Auzon de Boisminart, tweede uitgave, 1840. Meer recent is de litho opgenomen in het boek ‘Bedreigd door Napoleon’, door Renger E. de Bruin, uitgegeven in 2012.