Over de naam

Over de naam kan in zijn algemeenheid wel het een en ander gezegd worden. Hoe verder we teruggaan in de tijd, des te simpeler zijn de namen. Meestal een enkele naam. Pas later kwamen samengestelde namen. Nog later zien we twee namen. Van die twee namen was er slechts een die uitsluitend betrekking had op die persoon, zijn voornaam dus. De andere naam was meestal de vadersnaam. Soms ook een bijnaam van hemzelf of van zijn vader. We zien een voorbeeld hiervan ook in onze eigen historie. Op 2 november 1633 huwt Jan Aertsoon van Groenewoud met Marrichgen Cornelis Cornelissoondochter.

Trouwinschrijving Jan van Groenewoud en Marrichgen Cornelissoondochter, 2 nov 1633

Aan de naam van de bruid kun je zien hoe de naamgeving tot stand kwam. Een voornaam in combinatie met een verwijzing naar de afstamming. De dochter van de zoon van Cornelis. Die tweede naam werd in de loop van de tijd erfelijk, dat is de oorsprong van de geslachtsnamen.

Familienaam in de tijd

De eerste familienamen komen al voor bij Germaanse stammen omstreeks het jaar 1000. Daarna waren het vooral de vorming van steden die verdere naamgeving bevorderde. Een tweede naam verwees bijvoorbeeld naar het beroep, zoals Crudenier of kleermaker. Ook was er wel een verwijzing naar de koopwaar of naar het gereedschap waarvan men zich bediende. De familienaam ‘Van Groenewoud’ komen we vanaf de tweede helft van de 14e eeuw tegen.

Zelfs na de invoering van de burgerlijke stand in 1811 waren er mensen die gedwongen moesten worden een familienaam te kiezen.

Van Groenewoud

Over de  naam ‘Van Groenewoud’ is alleen in algemene zin iets te zeggen.

Van

Allereerst over ‘van’. Het Meertens Instituut merkt hierover op:

‘Het voorzetsel ‘van’, zonder toevoeging van een lidwoord (van den, van der, van ‘t), duidt over het algemeen een herkomstnaam aan. Het gebruik gaat enerzijds terug op op het gebruik van edellieden om zich naar de heerlijkheden te noemen die zij in bezit hadden (vgl. de Heren van Bergh, Heer Dirk van Wassenaer, enz.), en anderzijds komt het van oudsher voor dat men in documenten bij personen die van elders komen de plaats van herkomst vermeldde, zodat daar min of meer al sprake is van een ‘van’-naam in de knop.’

Groenewoud

Dan iets over ‘Groenewoud’. In ‘De Nederlandsche Geslachtsnamen‘ van Johan Winkler komen we in hoofdstuk ‘Geslachtsnamen, ontleend aan algemeene aardrijkskundige namen’, paragraaf 104 het volgende tegen:

‘Hout en woud in frankischen, holt en wold in saksischen form zijn woorden van eene en de zelfde beteekenis, ook van eenen en den zelfden oorsprong. Behalven in talryke plaatsnamen, en in de eenvoudige maagschapsnamen … lees verder